Archief
Burgemeestersconferenties
De burgemeestersconferenties vinden jaarlijks in het begin van jaar plaats in de vorm van zes conferenties van elk drie dagen. Dit jaar was het thema: Burgemeester van iedereen in tijden van polarisatie en identiteitsdenken. Ik verzorgde alle zes de keren de openingslezing: Conferenties | Het Nederlands Genootschap van Burgemeesters
VO-raad organiseert regiobijeenkomsten
Stichting Democratie en Media
Geloven in een wederkerige rechtsstaat
Op 13 september sprak ik in De nieuwe Kerk in Den Haag tijdens het zogenoemde Prinsjesdagontbijt, waar circa 200 personen aan deelnamen. ‘De rechtsstaat moet niet alleen juridisch, maar ook moreel, politiek en sociaal op orde zijn’ – dit citaat is van Václav Havel, destijds dissident in communistisch Tsjecho-Slowakije, later president van Tsjechië. Het is onverkort van toepassing in deze tijd waarin een groot deel van de bevolking (vaak terecht) het idee heeft dat ‘het systeem’ niet vóór maar tégen hen werkt. De rechtsstaat is als een skelet, hij behoeft vlees aan de botten. De roep om een groot verhaal zal hier voorlopig niet in voorzien. Ik pleit voor een offensief in termen van wederkerigheid.
Geloven in een democratische rechtsstaat
Op 29 januari jl. gaf ik een lezing ‘Geloven in een democratische rechtsstaat’ voor ca 300 aanwezigen in aanwezigheid van prinses Beatrix. De bijeenkomst werd georganiseerd door een samenwerkingsverband van vijf religieuze organisaties en het Humanistisch Verbond. In de lezing pleit ik voor een nadrukkelijker rol van deze organisaties in de democratische rechtsstaat. Die is uiteindelijk ook een geloof, maar dan wel een geloof dat alle andere geloven mogelijk maakt: ‘in elkaar herkent u het belang van de rechtsstaat’.
De lezing staat onder andere ook online op: humanistischverbond.nl
Drugsproblemen vraagt om drie vormen van beleid
De NRC van 1 februari jl plaatste deze opiniebijdrage onder de titel Zo leuk zijn drugs niet. Toch moet het gaan over legalisering.
Burgemeester Halsema van Amsterdam heeft de kat de bel aangebonden: de oorlog tegen drugs helpt geen zier. Sterker nog, er is groeiende evidentie dat deze averechtse effecten heeft. Een voorbeeld van zo’n effect is de keiharde strijd die ontstaat nadat politie en justitie een gat weten te slaan in de drugsaanvoer. Zelfs een kleine gemeente als IJmuiden is al maanden het slachtoffer van niets ontziende rivaliserende drugsbendes omdat een deel van de markt is vrijgekomen. Beschietingen en explosies zijn aan de orde van de dag.¹ (online nieuwsartikel nhnieuws). Met een grote internationale conferentie, een opiniestuk in The Guardian, een grondige strategische verkenning en navenante publiciteit in Nederland trok Amsterdam het initiatief naar zich toe. Bravo! Maar nu?
Opiniebijdrage in NRC
De NRC (12-9-2023) publiceerde mijn opiniebijdrage over de kentering in de Nederlandse politieke verhoudingen: ‘Wie de afgelopen zomermaanden zonder media in een ver land doorbracht, zal het bij terugkomst nauwelijks kunnen geloven: de politieke situatie is totaal veranderd. Nadat Mark Rutte op 10 juli 2023 vanwege een ‘epifaan moment’ zijn baan opzegde, volgde een cascade aan politieke momenten: nieuwe partijen, nieuwe gezichten, nieuwe verkiezingen, en vooral nieuwe standpunten. De verkiezingscampagnes staan bol van de bestaanszekerheid, gemeenschapszin en navenante opvattingen over de gewenste bestuursstijl. Wat is er in vredesnaam aan de hand? Is dit een serieus politiek kantelpunt in de Nederlandse geschiedenis of zal straks weer alles bij het oude blijven? Ik heb de neiging om er daadwerkelijk een omwenteling in te zien.’
Lees verder: Opinie | Er heeft zich in twee maanden tijd een neosociale omwenteling afgespeeld: er gloort perspectief – NRC – of hier de pdf.
Nieuw essay: Strijden tegen crimineel gewin
Met Caspar Hermans schreef ik een uitgebreid essay over de ins and outs van de aanpak van de drugseconomie: Strijden tegen crimineel gewin. Een actiegerichte beschouwing over de samenwerking tegen de ondermijnende werking van de drugseconomie
Ondermijnende criminaliteit draait om geld. Daarmee weet de onderwereld door te dringen in de bovenwereld. Met het omkopen van functionarissen, door het witwassen via vastgoed, bij het rekruteren van jongeren. Met crimineel geld blijkt heel veel te koop, zelfs liquidaties. Geld bepaalt de modus operandi van de drugsindustrie. Daar ligt dus ook de sleutel voor de aanpak van ondermijnende criminaliteit: hoe, waar en door wie wordt crimineel geld ingebracht in de reguliere economie? Het criminele gewin is het vertrekpunt voor een effectieve aanpak. We laten zien hoe die aanpak eruit kan zien en maken daarbij gebruik van de ervaringen van het samenwerkingsverband RIEC Amsterdam Amstelland. Uitgegeven door Boom Criminologie, Den Haag
Wat goed jeugdbeleid is
Dat betekent enerzijds oog hebben voor de problemen, behoeften en mogelijkheden van concrete jongeren, anderzijds het opbouwen van een netwerkstructuur van begeleiding, maatregelen, interventies en organisaties. Dat moet gewild worden en men moet zich er een voorstelling bij kunnen maken. Voor een warme relatie blijken vaak informele verhoudingen, directe betrokkenheid en een zorgzame houding van belang. Maar deze relatie blijft steken in goede bedoelingen als ze niet onderdeel wordt van een structurele, bredere inzet.
Iedereen weet: ‘it takes a community to raise a child’. Maar wat als er geen community is? Dan moet je die bouwen vanuit een gedreven professioneel netwerk: It takes a network … 220325 Essay Arnhem – definitief
Tussen wetgeving en naleving: Wat moeten we met de drugs?
Oproep tot debat nu ook in opiniebijlage NRC.
Geleidelijk aan raakt Nederland doordrongen van de gevolgen van de drugsindustrie in Nederland. Dan hebben we het over de productie, de handel en de consumptie van allerhande drugs – van hennep tot heroïne en van XTC tot Christal Meth. Er zijn er nog veel meer hoor – het aantal psychotrope stoffen is nagenoeg oneindig: te vinden als paddo’s in de bossen of geproduceerd door Mexicanen in Drenthe. Nederland is productie-, doorvoer- en gebruikersland van drugs in soorten en maten, en weet zich er eigenlijk geen raad mee.
We zien niet alleen cocaïnevangsten in bananendozen, maar ook steeds meer effecten op straat: hennepplantages, drugspanden, drugskoeriers, witwaspraktijken in vastgoed, detailhandel en horeca, liquidaties en de moorden op Derk Wiersum en Peter de Vries toe. Iets minder zichtbaar zijn de criminele geldstromen via brievenbusfirma’s en administratiekantoren. Nederland heeft een geweldige infrastructuur voor elke business, dus ook voor de drugseconomie.
Nu er een onhoudbare situatie aan het ontstaan is, wordt het tijd de inzet van dit veiligheidsvraagstuk te bespreken. Waar doen we het eigenlijk voor? Kortweg zijn er twee posities: 1. verheviging van de war on drugs, opgevat als het ultieme kwaad; 2. een keuze voor legalisering, omdat mensen er nu eenmaal behoefte aan hebben. Het eerste gaat uit van een niets ontziende strijd tegen ‘ondermijning’, het tweede over de averechtse werking van ‘het verbod’ – onder verwijzing naar ‘de drooglegging’ in Noord-Amerika.
In beide posities schuilt een kern van waarheid, maar voor beleid zijn ze allebei te naïef.
De criminele drugseconomie laat zich niet inbinden door nog meer repressie – ze vindt steeds weer nieuwe wegen. Maar ook legalisering zal geen einde maken aan een internationaal opererende criminele wereld. Daarvoor is die te groot, te wijd vertakt en te gewetenloos. De cruciale vraag blijft echter niet gesteld: wat willen we met die drugs? Of beter: wat doen we met de enorme discrepantie tussen de wetgeving en de naleving daarvan? Wetgeving die niet werkt, is per definitie problematisch.
Drugsgebruik is min of meer genormaliseerd – onder veel verschillende groepen burgers. Zeker een miljoen Nederlanders gebruikt met enige regelmaat drugs – op dancefestivals, in voetbalstadions, op spirituele seances, op deftige kantoren en thuis (netjes bezorgd door de koerier). Veel verschillende motieven en contexten. Voor de goede orde: ook heel veel mensen hebben er niets mee. Maar iets breder gezien leggen drank, drugs en psychofarmaca (laten we die niet vergeten) toch wel een soort bodem onder ons geestelijke welbevinden.
Ieder mag daar het zijne van vinden – dat is ook de basishouding. Toch die is misschien ook wel het probleem. Het drugsvraagstuk staat daardoor bol van de ambiguïteit: wel cannabis verkopen, maar niet mogen inkopen; een verbod op xtc, maar wel controle door de GGD. Op internet is van alles te koop, maar er is geen haan die er naar kraait. In zo’n onduidelijk moreel klimaat kennen betrokkenen geen scrupules: de handelaren, de facilitators, de net gerekruteerde koeriers, de makelaars, de witwassers, de gebruikers – allemaal niet.
De drugsindustrie is als een dubieuze suikeroom. De burgers die niets van hem moeten weten, kijken liever een andere kant op: wat niet weet, wat niet deert. Maar velen gaan wel voor zijn middelen of geld, en denken liever niet teveel na over de herkomst daarvan. Ook voor handhavers werkt deze ambiguïteit demoraliserend. ‘Waarom moet ik (politieagent) er achteraan jagen, terwijl mijn burgemeester pleit voor legalisering?’ De minister die de drugsconsument op de vingers tikt, wordt eenvoudig weggehoond door de gebruikers.
Wordt het geen tijd om eens een goed gesprek te voeren over drugs? Voor de goede orde: op korte termijn lost dat niets op! Het moet ook niet te snel gaan over oplossingen. Alsjeblieft geen vooringenomen simplistische argumenten voor of tegen legalisering. Wel gezamenlijk meer vat krijgen op de mogelijkheden om de discrepantie tussen wetgeving en naleving te dichten – wat zijn de opties, wat zijn de argumenten, wat zijn de voorbeelden, waar liggen de weerstanden?
Er is behoefte aan breder gedeelde beelden over de functie van drugs voor mensen, in deze tijd en met deze consequenties. Wie durft dat open debat aan over de compliance gap, die met steeds meer handhaving wordt gevuld? Het debat zou – wie weet – in fasen toe kunnen werken naar verschillende regimes van ontmoediging, regulering, selectieve verstrekking en verbod – afhankelijk van het middel. Als er maar een begin van een einde komt aan de morele onduidelijkheid, die nu een eensgezinde aanpak in de weg staat.
Het nieuwe Westen in de media
Interview met Haro Kraak in de Volkskrant
Hans Boutellier is graag een baken in stuurloze tijden. Als bijzonder hoogleraar polarisatie en veerkracht aan de Vrije Universiteit en voorheen directeur van het Verwey-Jonker Instituut bijt hij zich al decennia vast in sociale vraagstukken. In zijn boeken analyseert hij hoe de grote bewegingen – secularisering, individualisering, digitalisering, bureaucratisering – van invloed zijn op de moraal en de politiek. Hij duidde de opkomst van het slachtoffer, de obsessie met veiligheid, het groeiende onbehagen en de opgefokte hypermoraal op internet, voordat die fenomenen vaste onderwerpen werden van het publieke debat.
Lees verder ‘We weten niet meer zo goed waar het Westen voor staat’
Recensie door Sjoerd de Jong (NRC-Handelsblad)
… ‘Met zijn boeken probeert Boutellier naar eigen zeggen ‘enige greep te krijgen op de sociale veranderingen in de samenleving, teneinde haar – wie weet – een tikje te verbeteren’. Dat schrijft hij aan het slot van Het nieuwe Westen, het jongste deel in de reeks. In dit korte boek, eerder een essay, zoekt Boutellier een verhouding tot het identiteitsdenken.’
Lees verder Het Westen worstelt met vooral het identiteitsdenken op rechts – NRC
Boek: Het Nieuwe Westen

Hans Boutellier
Na zestien jaar directeur te zijn geweest van het Verwey-Jonker Instituut zet ik mijn werkzaamheden voort onder de noemer Studie en strategie, heen en weer springend tussen analyseren en meedenken.
Studie & Strategie
Onderzoeken wat mogelijk is in een complexe samenleving.
Contact
Hans Boutellier
Boutellier@studie-en-strategie.nl